Jaarverslag 2017

Inleiding

De jaarrekening 2017 gaat over een bewogen jaar in de geschiedenis van de provincie Utrecht. Een klokkenluidersmelding is aanleiding geweest om forensisch onderzoek te laten uitvoeren naar de verantwoordingslijnen binnen het project Uithoflijn. Voor de externe accountant EY was de melding aanleiding tot een veel diepgaandere controle op de jaarrekening dan in de jaren daarvoor. De extra onderzoeken vroegen veel tijd en leidden, -soms door nieuwe regelgeving in het BBV-, tot nieuwe en verscherpte inzichten op waarderingsgrondslagen en het moment van nemen van resultaat. De provincie heeft haar jaarrekening op die nieuwe inzichten en regels aangepast en dit leidde tot correcties ten opzichte van het eerdere concept. De jaarrekening 2017 is daardoor pas in juli 2019 vastgesteld en voorzien van een goedkeurende verklaring door de accountant.

Het jaar 2017 sluit met een positief resultaat van € 32,7 miljoen.
Het saldo van baten en lasten vóór verrekening met de reserves is weliswaar € 17,7 miljoen nadelig, maar omdat een aanzienlijk deel van de lasten in 2017, wordt gedekt uit hiervoor in het verleden gereserveerde bedragen resulteert uiteindelijk een positief saldo. Provinciale Staten besluiten bij het vaststellen van het bestemmingsvoorstel 2017 hoe dit gerealiseerde resultaat van € 32,7 miljoen wordt bestemd.

Zoals hierboven beschreven zijn in de jaarrekening 2017 enkele posten anders verwerkt dan in de jaren hiervoor. De vier hoofdredenen worden uitgebreid toegelicht in paragraaf 5.1 ‘Grondslagen van de financiële verslaggeving’. De op basis van deze nieuwe inzichten en afspraken doorgevoerde correcties zijn fors en leiden tot hogere baten, hogere lasten met gelijktijdig hieraan gelieerde hogere onttrekkingen aan reserves, en daardoor uiteindelijk een hoger resultaat. De gerealiseerde cijfers over 2017 zijn daardoor lastig te vergelijken met de begroting, die tenslotte nog was gebaseerd op de ‘oude inzichten’. De lastige vergelijkbaarheid van begrote en gerealiseerde baten en lasten wordt manifest in bijna het gehele jaarverslag en de gehele jaarrekening.

Uiteindelijk pakt het positieve resultaat van € 32,7 miljoen € 29,2 miljoen hoger uit dan eerder begroot. Dit betreft voornamelijk het alsnog activeren van in het verleden aangekochte gronden (€ 12 miljoen), de vrijval van een risicoreservering voor de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug (€ 8 miljoen) en een Rijksbijdrage voor de restauratie van de Domtoren (€ 4 miljoen). In de Najaarsnota 2017 die op 6 november 2017 door Provinciale Staten is vastgesteld werd al een toelichting gegeven op het toen verwachte rekeningresultaat van € 3,5 miljoen.

Zowel de bevindingen van Integis en de Randstedelijke Rekenkamer (in hun rapport over de Uithoflijn) als ook die van EY laten zien dat de provincie Utrecht haar administratieve organisatie en haar interne controlemaatregelen kan en moet verbeteren. In het hoofdstuk bedrijfsvoering, paragraaf 4.4 van het jaarverslag gaan we daar uitgebreid op in. Het is gebleken dat het in onze organisatie schort aan heldere taaktoedeling en aan discipline om administratieve processen in alle gevallen consistent op dezelfde en juiste wijze te doorlopen. Interne ‘checks-and-balances’ zijn onvoldoende ingericht, dan wel wordt er in de praktijk niet altijd voldoende gewicht aan toegekend. Interne werkprocessen zijn niet eenduidig gevolgd, of uitzonderingen daarop zijn niet eenduidig gemarkeerd en hebben daardoor geen adequate opvolging gehad. Er is geen systematische onafhankelijke toetsing op overeenkomsten en prijsbepalingen ingebouwd en het verloop van besluitvorming en argumentatie onder besluiten is niet altijd direct uit verslaglegging te reconstrueren.

Voornoemde constateringen zijn voor ons aanleiding om een organisatiebreed maatregelenpakket in te zetten ter aanscherping van de bedrijfsprocessen, in het bijzonder voor complexe projecten met grote financiële en bestuurlijke risico’s. Deze worden toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering (paragraaf 4.4)

ga terug